In Louvain-la-Neuve, onze Franstalige tegenhanger, bouwt men een volledig nieuw 50m-bad voor 16 miljoen euro. Het sportcomplex Sportoase Wilsele, met slechts een klein 25m-bad, kostte meer dan 14 miljoen euro in 2018. Dat is 17 miljoen euro geïndexeerd naar vandaag en dus is het 50m-bad in de Franstalige universiteitsstad van 30.000 inwoners goedkoper en groter dan wat men in Wilsele heeft gezet.

Het Piscine de Blocry, met opleverdatum september 2024, heeft ruim 3 maal meer zwemwater ter beschikking dan Wilsele. Het is een echte "bak met een dak" met heel wat slimme functionaliteit. Zowel baantjeszwemmen als zwemlessen kunnen er in terecht dankzij onder andere een verstelbare bodem, waardoor het bad bijzonder kostenefficiënt kan worden ingezet.

In Klaipeda (Lithouwen) werd er ook een "bak met een dak" gezet. Het 50m-bad dat daar werd gebouwd is multifunctioneel: het zwembad kan worden ingezet als apart verwarmd instructiebad met verstelbare bodem, 25m-bad en/of 50m-bad. Meer foto's zoals hierboven van het zwembad vind je hier. Dit zwembad is een ideale oplossing voor sites waar het ruimtebeslag beperkt is (zoals bijvoorbeeld Kessel-Lo).

Voor 8 miljoen euro werd in 2015 het Wezenberg II zwembad neergezet op de Wezenbergsite, waar historisch een openluchtzwembad stond tijdens de Olympische Spelen in Antwerpen (1920). In het zwembad trainen de nationale selecties en de topsportschool. Het was ook het thuisbad van toppers Pieter Timmers en Louis Croenen. Het zwembad is minstens 2x groter dan Wilsele voor de helft van de kostprijs.

In Oostende zette men een eigen zwembad met ruim 4x de capaciteit (50m+25m) van Wilsele voor slechts de dubbele kost. Er zijn ook 22 appartementen en 69 parkeerplaatsen inbegrepen in het kostenplaatje van 31 miljoen euro. En een dure recreatiezone.

Dat laatste maakt de infrastructuur vaak duurder dan nodig. Zowel in bouw als uitbating is een recreatiezone peperduur. In Sportoase Leuven zorgt het bovendien ook voor een hogere toegangsprijs, omdat men voor de bijna 8 euro geen onderscheid maakt tussen baantjeszwemmen of recreatiegedeelte. Gaan baantjeszwemmen in het gloednieuwe en ruime zwembad in Oostende kost slechts 3 euro. Gaan baantjeszwemmen in het krappe Wilsele kost dan weer bijna 50% meer: 4,3 euro.

Leuven heeft geen nood aan bijkomende glijbanen. Wel aan bijkomend zwemwater voor de baantjeszwemmers, zwemscholen en -clubs.

Eind 2022 werd het bestaande 50m-bad in Aalst vervangen door het nieuwe "Aquatopia". Aquatopia telt zowel een 50- als een 25-meterbad. Gezinnen kunnen zich volledig uitleven in zeven glijbanen, peuterbaden en een instructiebad.

Er werd voor 4x de kost van de site in Wilsele 6x zoveel baantjes- en instructiewater voorzien, met daarbovenop een groot en duur recreatiegedeelte. In Aalst wordt, in tegenstelling tot Leuven, al het zwemwater gecentraliseerd op één site. Daardoor is Aquatopia een zeer groot zwembad.

Dit soort constructie is voor Leuven niet haalbaar op een site zoals Kessel-Lo, maar bijvoorbeeld wel op de Brabanthalsite. Daar zou een eenvoudig 50m-bad zonder verstelbare muren of bodems kunnen worden uitgebreid met apart instructie- en baantjeswater.

Wij zijn geen vragende partij voor een recreatiegedeelte. Dit drijft de kostprijs significant de hoogte in, zoals ook hier in Aalst.

Het Lazdynai bad in Vilnius is het pronkstuk van het Litouwse zwemmen. Met een uitgebreide tribune die rondom het zwembad loopt, biedt het een prachtige toeschouwersbeleving. 

Een aanzienlijk deel van het 50m-bad kan wanneer nodig doorheen de dag worden omgebouwd tot een instructiebad dat in diepte verstelbaar is. Het is bovendien ook mogelijk om het instructiebad op een hogere temperatuur te brengen dan de rest van het bad in functie van specifieke doelgroepen. Het gebouw is architectureel een pronkstuk en geen bak met een dak, maar de basis van het zwembad toont wel dat er meer mogelijk is in een 50m-bad dan men typisch denkt.

In de gemeente Høje-Taastrup in Denemarken, dat niet eens de helft van het aantal inwoners van Leuven heeft, zette men een eenvoudig 50m-bad dat kan worden ingezet voor zwemlessen en baantjeszwemmen. Dit alles voor 8 miljoen euro. Het veel kleinere zwembad in Wilsele, gebouwd via PPS, kostte maar liefst meer dan 14 miljoen euro.

Een verstelbare wand en bodem laten toe om een instructiebad op te zetten binnen een kwart van het bad. Wij zijn echter geen fan van een wand over de volledige breedte, omdat dit de mogelijkheden in een deel van het bad beperkt. De wand over enkele banen zoals in Klaipeda lijkt ons beter voor een zwembad waarbij het ruimtebeslag beperkt is (zoals Kessel-Lo). 

Voor een bad waar voldoende ruimte is, lijkt ons de extra kost van een verstelbare bodem en extra wand zinloos. Dan bouwt men best een bad van 50x25m zoals wel vaker gebeurt. Een apart instructiebad (best in een aparte afgesloten ruimte), zoals in Aalst, is dan de ideale oplossing.